Jasper Brok

“Nu ik er zo over nadenk: een werkgever heb ik eigenlijk nooit gehad. Vanaf mijn 18de ben ik al zelfstandig ondernemer. Het begon op mijn veertiende met het kopen van eigen gereedschap en van lieverlee werd dat een machine en kreeg ik personeel. Ik was werkzaam in de weg- en waterbouw, met name met grond-, sloop- en bestratingswerk. We werden alleen te groot voor de kleintjes, en te klein voor de groteren. Hoe mooi en dynamisch die wereld ook nog steeds is, en omdat ik met dat werk zo geen 65 wilde en zou worden, besloot ik mij te richten op een andere interesse, namelijk juridische zaken of beter gezegd de juridische kant van het zaken doen.”

“Destijds had ik al veel interesse in de zakelijke en juridische aspecten van het ondernemen die aan me voorbij kwamen. Geïnspireerd door andere juristen ben ik erin gerold. Ik ben gaan studeren, Nederlands recht, en nu ben ik bijna tien jaar bezig als juridisch en algemeen adviseur op het gebied van ondernemen.”
“Ik houd me bezig met het ondernemingsrecht in de brede zin van het woord, maar je zult mij dus nooit andere dingen zien doen, zoals bijvoorbeeld personen- en familierecht. Dan verwijs ik door naar anderen uit mijn netwerk waarmee ik samenwerk.
Tachtig procent van mijn werk is adviserend van aard, denk aan het verder structureren of inrichten van een onderneming of contractueel inrichten van zaken. Het wetboek ligt daarom op de hoek van de tafel, niet in het midden. Twintig procent besteed ik aan procederen bij trammelant. Een verhouding die voor zowel mij als opdrachtgever eigenlijk het prettigst is: niemand zit te wachten op procedures en gelukkig is puur procederen dus niet mijn broodwinning. En gelukkig gaat het bij de meeste van mijn opdrachtgevers ook gewoon goed en met de meesten ervan werk ik al jaren op een prettige manier samen.”

Ondernemen staat centraal

“De weg- en waterbouw vind ik nog steeds een mooie en dynamische wereld, het is dus niet gek dat mijn opdrachtgevers grotendeels uit de bouw, vastgoed en industrie komen. Daar heb ik de meeste affiniteit mee, plus, omdat ik zelf ondernemer ben, begrijp ik wat ze willen en doen en waarom. Een enkel juridische kijk betekent vaak toch, dat niet begrepen wordt waar het voor de ondernemer over gaat, en leidt soms tot een een aanpak of oplossingen waar de onderneming niet altijd het meeste belang bij heeft, hoe stom dat ook klinkt.”

“Een frisse wind binnen het HBP is nodig, dat is een natuurlijk iets: dat is op z’n tijd nodig. Maar waar we zeker op moeten inzetten, vind ik, is dat het weer een ondernemersgeest krijgt. Hoe? Kijk, het HBP is geen veredelde verzameling van netwerkers, maar moet een club van ondernemers zijn en blijven. Ik betrap mezelf er wel eens op dat ik zeg dat ik naar de ondernemersvereniging ga -ook al heet het bedrijvenplatform-, maar die ondernemersgeest is niet meer als mooiste proefbaar.

Ondernemers hebben veel kennis en veel ervaring te bieden. Alleen, dat wordt niet goed uitgebuit. Het komt neer op vooral ook dingen doen en niet alleen een hoop algemeen gepraat of juist praten over zaken die veel te ver van ons, met name MKB-ers en zelfstandigen, afstaan.
Ondernemen is wat ons bindt. We zouden daarom tastbaar bezig moeten zijn met ondernemen en niet alleen over ondernemers moeten praten. Nee, dan concreet over de juiste onderwerpen praten. En neem de echte maakbedrijven, die zouden beter zichtbaar moeten zijn. Bedrijfsbezoeken zijn daar bijvoorbeeld al een middel voor.
Als je een bijeenkomst verlaat, moet je geïnspireerd zijn en met een rijkere geest naar huis gaan en natuurlijk ook gewoon plezier hebben gehad.”